Pragmatiek
De context en met name de beleefdheidsnormen zijn cruciaal voor het juiste taalgebruik. Zoals al eerder gesteld werd, is het Standaard Indonesisch voor de meeste Indonesiërs hun 2e of zelfs 3e taal. Het eigen dialect is voor de meesten de moedertaal, die gebruikt wordt in dagelijkse situaties. Het Indonesisch wordt toegepast in meer formele situaties of als contacttaal met andere bevolkingsgroepen. Binnen het Indonesisch is er een onderscheid tussen formeel en dagelijks taalgebruik met name in het lexicon. In het dagelijks taalgebruik is er zelfs nog een verschil in lexicon afhankelijk van of er met gelijken wordt gepraat, met minderen / kinderen of met iemand die hoger geplaatst is / ouderen / onbekenden. Voor laatstgenoemden is er veel respect. Het noemen van de voornaam van bijvoorbeeld een leerkracht of een oudere wordt als zeer onbeleefd ervaren. De toepassing (en interpretatie) van de verschillende situatie-gebonden lexicons luistert vrij nauw volgens strikte, onuitgesproken beleefdheidsnormen. Voor een buitenstaander is het vrij ingewikkeld om het register van deze lexicons te beheersen, temeer daar een Indonesiër een buitenstaander vrijwel nooit zal corrigeren maar meestal beleefd zal blijven glimlachen [8].
Een ander beleefdheidsaspect is dat de aangesprokene altijd behulpzaam dient te antwoorden. Dit kan tot situaties leiden die in Nederland vreemd overkomen. In het onderwijs dient hier terdege rekening mee worden gehouden met name bij Indonesische kinderen en hun ouders die pas in Nederland zijn komen wonen. Vragen van leerkrachten waarop zij het antwoord niet weten, kunnen hen in ernstige verlegenheid brengen en kunnen leiden tot willekeurige antwoorden. De leerkracht kan ten onrechte het foutieve antwoord interpreteren als een uiting van taalachterstand. |