Syntaxis
De woordvolgorde in het Romani is flexibel en er zijn veel verschillende woordvolgordes toegestaan. De basiswoordvolgorde is werkwoord-subject: 'blaft de hond' waar in het Nederlands subject-werkwoord ('de hond blaft') gebruikelijk is. In het Nederlands zegt men ook 'er blaft een hond', maar dat is alleen wanneer het onderwerp onbepaald is. Wanneer er een subject en een object gebruikt worden, is de meest gebruikte woordvolgorde werkwoord-object-subject: 'bij de stok de hond' (vgl NL-svo: 'de hond bijt de stok'). Maar als iets onverwachts gebeurt, is de woordvolgorde doorgaans svo: 'de man ziet de hond'.
|