Deens in het kort
Het Deens (Dansk) is de officiële taal die wordt gesproken in Denemarken. Het is ook de officiële taal van de Faeröer eilanden, die tussen de Britse eilanden en IJsland liggen, en van Groenland, al wordt het door de inwoners van beide gebieden weinig gesproken. In Scandinavisch perspectief is het Deens sterk verwant aan andere Scandinavische talen zoals het Zweeds, Noors en IJslands. Lexicaal en syntactisch gesproken komen deze talen erg overeen. Ze hebben een hoge mate van wederzijdse begrijpelijkheid, maar niet voldoende om elkaars taal te kunnen spreken. Van alle Scandinavische talen is Deens voor inwoners van de andere Scandinavische landen het moeilijkst te begrijpen. Dit heeft onder andere te maken met de fonetische complexiteit van het Deens.
De hoofdstad van Denemarken (Kopenhagen) is dankzij het aantal inwoners, in vergelijking tot de bevolkingsdichtheid van de rest van het land, sociolinguïstisch gezien het centrum van Denemarken. Omdat meer dan 25% van de inwoners van Denemarken in de hoofdstad of in het gebied rond de hoofdstad woont, wordt de taal die daar wordt gesproken het standaard Deens genoemd. De overige inwoners van Denemarken spreken een dialect of een ander regionaal standaard Deens. Dit laatste wordt in de Deense traditie regionalsprog genoemd. Het regionalsprog deelt het systeem met het standaard Deens op een aantal verschillen na. De Deense taal is verder onderverdeeld in drie hoofddialectgebieden: Oost Deens, IJslands Deens en Jutlandisch. Deze namen zijn vertalingen van respectievelijk Østdansk, Ømål en Jysk. Deze drie hoofddialecten vertegenwoordigen rond de drieëntwintig verschillende dialecten. Met betrekking tot fonologie heeft ieder dialect zijn eigen systeem. Het Deens kent hetzelfde Latijnse alfabet als het Nederlands. Toch bestaat het Deense alfabet uit 29 letters in plaats van onze 26 letters. Het Deense alfabet kent nog drie klinkers die ons systeem niet kent, namelijk Æ æ, Ø ø en Å å. De letter Æ wordt uitgesproken zoals de /e/ in het Nederlandse woord [stεm]. Deze klinker wordt naast het Deens ook in het IJslands, Noors en Faröers gebruikt. De letter Ø wordt uitgesproken als de /eu/ in het Nederlandse woord ‘leuk’. Deze letter wordt niet alleen gebruikt in het Deense alfabet maar ook in het Noorse en Faröerse alfabet. De letter /ø/ komt overeen met de letter /ö/ in het IJslands en Zweeds. Eind de 19e eeuw werd door een Noorse drukker de letter /aa/ vervangen door een /å/, welke klinkt als een korte /o/ zoals in het Nederlandse woord ‘stom’. Vanaf 1948 werd deze letter ook in het Deense alfabet overgenomen. In het Deens zul je de dubbele /aa/ nog weinig tegenkomen, behalve in plaatsnamen en eigennamen. Ook is het zo dat deze dubbele /aa/ mag worden vervangen door de letter /å/. Dit wordt bij plaatsnamen regelmatig gedaan waardoor het kan voorkomen dat een naam twee schrijfwijzen kent. Zo wordt bijvoorbeeld de stad Aabenraa ook wel als Åbenrå of Åbenraa geschreven. In het Deense alfabet komen ook letters voor die weinig gebruikt worden. Zo worden de letters /c, q, w, x en z/ bijna niet gebruikt. Deze letters worden enkel gebruikt bij leenwoorden en worden dus niet gezien als onderdeel van de moedertaal. |