Morfologie
Lidwoorden
De lidwoorden in het Portugees hangen af van het geslacht van het naamwoord en of het meervoud of enkelvoud is. De lidwoorden die bij de mannelijke vorm in het enkelvoud worden toegevoegd zijn: 'um', (een) en 'o' (de/het). In het meervoud zijn dit 'os' (de) en 'uns' (onbepaald telwoord enige). De lidwoorden die bij de vrouwelijke vorm in het enkelvoud worden toegevoegd zijn 'uma' (een) en 'a' (de/het). In het meervoud zijn dit 'as' (de) en 'umas' (enige). Zelfstandig naamwoorden Het Portugees kent mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden. Onzijdige zelfstandig naamwoorden bestaan niet. De mannelijke zelfstandig naamwoorden eindigen vaak op een 'o', voor de vrouwelijke zelfstandig naamwoorden is dit een 'a'. Bij de meervoudsvorm die eindigt op een klinker, wordt een 's' toegevoegd. Bij het eindigen op een medeklinker wordt 'es' toegevoegd. Bij het gebruik van voorzetsels (de=van, em=in, a=aan, por=voor), zullen de vervoegingen o, a, os en as niet apart uitgesproken worden, maar samen met het voorzetsel een geheel worden. Tabel 1. Lidwoorden met bijbehorende zelfstandig naamwoorden in het Portugees. Bijvoeglijke naamwoorden
De bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd naar aanleiding van mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden. Als het zelfstandig naamwoord mannelijk is, eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een o, is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk, dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een a. Tabel 2. Voorbeelden van bijvoeglijk naamwoorden in het Portugees. Bezittelijke voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord is in het Portugees ook op het zelfstandig naamwoord gericht, in tegenstelling tot het Nederlands. Aan de hand van het zelfstandig naamwoord wordt dus gekeken welk bezittelijk voornaamwoord ervoor wordt gezet. Dit is onderverdeeld in mannelijk / vrouwelijk en hierin onderverdeeld in enkelvoud en meervoud. Per persoonsvorm is het een ander bezittelijk voornaamwoord (onderverdeeld in: mijn, jouw, zijn/haar, ons/onze, uw/jullie en hun) Aanwijzende voornaamwoorden Ook bij het aanwijzend voornaamwoord richt de Portugese taal zich op het zelfstandig naamwoord. Er wordt dus ook hier gekeken bij het zelfstandig naamwoord naar mannelijk of vrouwelijk. Hierin wordt ook het aanwijzend voornaamwoord verdeeld in Portugees mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud. Het wordt onderverdeeld in dit/deze, dat/die, ginds/gindse) Persoonlijke voornaamwoorden De persoonlijk voornaamwoorden worden op dezelfde manier gebruikt in het Nederlands. Door de vervoeging van het werkwoord worden deze echter vaak weggelaten. Werkwoordsvervoegingen Het Portugees maakt gebruik van twee verschillende werkwoordwoorden voor ons werkwoord ‘zijn’; ser en estar. Ser wordt gebruikt voor blijvende situaties. Estar wordt gebruikt in tijdelijke situaties en in zinnen waarin een plaatsbepaling een centrale rol speelt. |