Morfologie
De bouwstenen van woorden in het Tagalog zijn de root en de affixen. De root kan op zichzelf staan en draagt de betekenis van het woord in tegenstelling tot de affixen.
Een root kan van betekenis veranderen door reduplicatie of door het te samenvoegen met een andere root (compound). Root: araw = dag, zon Reduplicatie: araw-araw = elke dag Compound: anak = kind à anak-araw = albino Reduplicatie komt vaak voor, zowel gedeeltelijke als volledige reduplicatie. Gedeeltelijke reduplicatie: lola = oma; maglolola = oma en kleinkinderen Volledige reduplicatie: gabi = avond; gabi-gabi = elke avond Bij reduplicatie van een syllabe zijn er twee typen:
Daarnaast kunnen verschillende affixen de betekenis van een root veranderen. maaraw = zonnig; tag-araw = zomer; kaarawan = verjaardag Een affix kan ook de klank en daarbij de spelling veranderen. De root dunong (=kennis) wordt met de affix ma- marunong (=weten hoe) Na/-ng worden gebruikt om woorden in betekenis met elkaar te verbinden. Bijvoorbeeld een bijvoeglijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord. Na wordt gebruikt na een medeklinker met uitzondering van de letter /n/. Terwijl -ng wordt gebruikt als affix na een klinker of bij woorden die eindigen op een /n/. Die /n/ wordt dan vervangen door -ng. Bijvoorbeeld: mabait na babae (aardige vrouw) en magandang (mooie vrouw). In het Tagalog bestaan er veel affixen. Ze doen, net als in het Nederlands, dienst als derivatie en als inflexie. Naast de vormen die in het Nederlands gebruikt worden (prefix, suffix, inflix, circumfix), komt in het Tagalog ook de parafix voor. Zelfstandig naamwoorden In het Tagalog bestaat geen onbepaald lidwoord. Dit betekent dat als het zelfstandig naamwoord alleen staat, er vanuit wordt gegaan dat het de onbepaalde vorm is. De taal kent wel één bepaald lidwoord, te weten: ang/ng. Dit lidwoord staat voor het zelfstandig naamwoord en wordt voor zowel enkelvoud als meervoud gebruikt Wanneer het zelfstandig naamwoord in een zin het onderwerp is, wordt het lidwoord weggelaten. Enkelvoud: ang nanay = de moeder Meervoud: ang mga nanay = de moeders Geslacht Sommige zelfstandig naamwoorden hebben een vrouwelijke variant. Die zijn te herkennen aan de /a/ aan het eind van het woord. Pilipino – Pilipina Meervoudsvormen De meervoudsvorm wordt gevormd door mga (“manga”) vóór het zelfstandig naamwoord te plaatsen. Het zelfstandig naamwoord zelf verandert niet. Bijvoorbeeld: Babae – mga babae (vrouw – vrouwen). Bij twee personen wordt het prefix mag toegevoegd (magbabae) en bij drie of meer personen vindt er naast het prefix ook reduplicatie plaats (magbababae). Overeenkomsten tussen bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig naamwoorden Sommige bijvoeglijk naamwoorden zien er in het Tagalog hetzelfde uit als een zelfstandig naamwoord. Ze worden wel anders uitgesproken. Zo wordt de eerste klinker in het woord in een bijvoeglijk naamwoord kort uitgesproken en in een zelfstandig naamwoord lang. Werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden kunnen ook omgezet worden naar een zelfstandig naamwoord. Dit kan door het lidwoord ang ervoor te plaatsen. Bijvoorbeeld: kumain = eten; ang kumain = “eter” (degene die eet).
Kinderen die Tagalog spreken kunnen bij het leren van het Nederlands moeilijkheden ondervinden bij zelfstandig naamwoorden. Met name bij lidwoordgebruik en het vormen van het meervoud bij zelfstandig naamwoorden. Bijvoeglijke naamwoorden Bijvoeglijke naamwoorden komen, net als in het Nederlands, vóór het zelfstandig naamwoord. Ze stemmen in geslacht en getal overeen met het zelfstandig naamwoord waarop ze betrekking hebben. Afstemming op geslacht: vrouwelijke vormen eindigen vaak op een /a/. Voorbeeld: mannelijke vorm = loko –vrouwelijke vorm = loka (gek) Afstemming op getal: de meervoudsvorm wordt gevormd door reduplicatie. De eerste vorm is in combinatie met de prefix ‘ma’. Bijvoorbeeld klein: Enkelvoud = maliit (klein); malaki (groot). Meervoud = maliliit en malalaki. De tweede vorm is in combinatie met ang; napaka-; sobrang. Bijvoorbeeld zo goedkoop: Enkelvoud = ang mura; napakamura; sobrang mura. Meervoud = ang mumura; napakamumura; sobrang mumura. In de volgende zin is het gebruik van de meervoudsvorm optioneel: De T-shirts zijn zo goedkoop. Ang mura ng mga T-shirt of Ang mumura ng mga T-shirt. In het Tagalog zijn er bijvoeglijke naamwoorden die wel een affix krijgen en bijvoeglijke naamwoorden zonder affixen. Bijvoorbeeld: geen affix: gutom (hongerige); wel affix: maganda (mooi). Indien je het bijvoeglijke naamwoord wil benadrukken, wordt dit woord geredupliceerd na de woorden ‘na’ of ‘-ng’. Bijvoorbeeld: maliit (klein) wordt maliit na maliit (erg klein); malaki (groot) wordt malaking malaki (erg groot). De vergrotende trap Voor de vergrotende trap wordt mas … (Kaysa) + Sa gebruikt. Dit betekent groter dan. Bijvoorbeeld: Mas matangkad is John kaysa sa bata = John is groter dan het kind. Superlatieven Voor de overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden wordt het prefix voor het hele bijvoeglijk naamwoord geplaatst en niet alleen voor de root. Bijvoorbeeld: maganda = mooi; pinakamaganda = het mooist Vergelijken van personen of dingen Bijvoeglijk naamwoorden worden ook gebruikt bij het vergelijken van personen en dingen. In het Tagalog heb je hier 4 verschillende vormen voor.
Het bijvoeglijke naamwoord wordt in het Tagalog anders gevormd dan in het Nederlands. Zo heeft het veel affixen. Kinderen kunnen problemen ondervinden van bijvoeglijke naamwoorden in het Nederlands door de veranderingen die ze ondergaan. Denk hierbij aan groot – grote, lief – lieve, enz. Werkwoorden De werkwoorden worden in het Tagalog anders gevormd dan in het Nederlands. In het Nederlands worden de werkwoorden vervoegd door tijd en getal. In het Tagalog is de vorming ingewikkelder. Aspect bepaald door werkwoord De werkwoorden worden in getal niet vervoegd. Dit betekent dat alle persoonsvormen dezelfde vorm van het werkwoord krijgen. Maar voor tijd vindt er wel verandering plaats. Die wordt gekoppeld aan aspect in plaats van tijdsvervoegingen. Aspect geeft in een werkwoord aan of de actie gebeurt, is gebeurd of zal gebeuren. Er zijn 4 soorten tijdsaspecten:
Semantische rol bepaald door werkwoord Daarnaast is het de functie van het werkwoord om de thematische rol van het zelfstandig naamwoord in een zin duidelijk te maken. Door verschillende vormen aan te nemen geeft het werkwoord het zelfstandig naamwoord een andere rol. Elke rol wordt weergegeven door andere affixen. De verschillende thematische rollen zijn o.a.:
Stemming bepaald door werkwoord In het Tagalog hebben werkwoorden ook affixen die de grammaticale stemming weergeven. Hiermee wordt de manier bedoeld waarop een spreker zijn houding kan uiten tegen wat er gezegd is. Verschillende vormen zijn bijvoorbeeld ontkenningen, vragen, enz. Focus bepaald door werkwoord Tot slot kunnen werkwoorden vervoegd worden om de focus in een zin duidelijk te maken. De focus kan liggen op het onderwerp of op het lijdend voorwerp. De affixen die dan gebruikt worden zijn: Focus op het onderwerp: ang en si (voor namen) voor het onderwerp en ng (de) en a/an voor het lijdend voorwerp. Focus op het lijdend voorwerp: ang en si (voor namen) voor het lijdend voorwerp en ng en ni (voor namen) voor het onderwerp. Wanneer het werkwoord door zijn vervoeging de focus op het onderwerp legt, maar het onderwerp is afwezig, dan is het onderwerp al bekend. Door de vele verschillende affixen heeft de basisvorm van de werkwoorden ook veel variaties. Zo bestaan sommige werkwoorden uit een root en één of meerdere affixen, maar andere weer uit een root en één of meerdere affixen met reduplicatie(s). Dit in combinatie met de verschillende functies van werkwoorden in zinnen maakt het vervoegen van werkwoorden in het Tagalog moeilijk. Het Nederlands systeem lijkt hiermee in vergelijking makkelijk. Toch kunnen kinderen die Tagalog spreken moeilijkheden ondervinden bij de vervoegingen van werkwoorden in het Nederlands. In het Nederlands bepaald de persoonsvorm de vorm van het werkwoord, iets wat in het Tagalog niet voorkomt. Daarnaast zullen zij ook moeite hebben met sterke werkwoorden, aangezien je die leert door frequentie. Voornaamwoorden De persoonlijke voornaamwoorden zijn: Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord wordt gevormd door achter het zelfstandig naamwoord het woord ko te plaatsen. Tanong ko = mijn vraag Libro ko = mijn boek De aanwijzende voornaamwoorden zijn: Ito, iyan en iyon worden vaak verkort door ‘to, ‘yan en ‘yon/’yun.
De voornaamwoorden zijn in het Tagalog uitgebreider dan het Nederlands. Kinderen zullen moeite ondervinden bij het gebruik van de aanwijzend voornaamwoorden, omdat daar kennis van de lidwoorden nodig zijn. Daarnaast zal het verschil van hij en zij ook moeilijkheden kunnen opleveren, aangezien daar in het Tagalog geen onderscheid in wordt gemaakt. |