Transferfouten
In het Maleis zijn een aantal kenmerken die verschillen van het Nederlands. Mogelijk leveren deze kenmerken problemen op in het Nederlands als gevolg van transfer. Deze problemen hoeven geen aanwijzing te zijn voor een taalontwikkelingsstoornis. Hieronder staan per deelgebied (fonologie, morfologie en syntaxis) kort de verschillen weergegeven. Het Maleis heeft een rijke morfologie in tegenstelling tot het Nederlands. Daarom zullen kinderen met een taalstoornis die Maleis als moedertaal hebben, waarschijnlijk minder moeite hebben met het leren van morfologische elementen in het Nederlands. In het Maleis wordt veel gebruik gemaakt van affixen op zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Daarnaast maakt het ook gebruik van samengestelde woorden en reduplicatie. Voor uitgebreidere informatie over het Maleis kan paragraaf 2 geraadpleegd worden.
Fonologie Klanken Het Maleis kent vier klinkers [i], [u], [a], [ə]. In veel dialecten, waaronder het Standaard Maleis zijn dit zes klinkers (toevoeging van [e] en [o]). In het Maleis komen de Nederlandse medeklinkers [p], [v], [f] en [z] niet voor. Morfologie Het Maleis maakt geen gebruik van grammaticaal geslacht. Voor hij/zij en hem/haar wordt hetzelfde woord gebruikt. Tevens is er ook geen grammaticaal meervoud in het Maleis. Het meervoud wordt vaak wel aangegeven door duplicatie van het zelfstandig naamwoord gevolgd door het voornaamwoord. Werkwoorden Werkwoorden worden in het Maleis niet verbogen voor persoon, nummer en niet gemarkeerd voor tijd. Tijd wordt aangegeven door tijdsbijwoorden, zoals gisteren, reeds en nog niet. Het Maleis heeft wel een complex systeem van werkwoord affixen om nuances van betekenis te maken en om opzettelijk en onopzettelijk stemmingen aan te duiden. Voornaamwoorden Persoonlijk voornaamwoorden zijn een subset van een zelfstandig naamwoord en worden vaak weggelaten. Daarnaast zijn er veel manieren om u te zeggen in het Maleis. De bezittelijke voornaamwoorden aku, kamu en engkau hebben korte bezittelijke enclitische vormen. Het Maleis heeft twee aanwijzende voornaamwoorden (ini en itu). Er zijn geen grammaticale bijvoeglijke naamwoorden in het Maleis. Hiervoor worden intransitieve werkwoorden gebruikt. Ontkenningen In het Maleis geven vier woorden een ontkenning aan: tidak, bukan, jangan en belum. Welke van deze vier woorden als ontkenningswoord wordt gebruikt, is afhankelijk van de woordsoort of de functie waar de ontkenning betrekking op heeft. Syntaxis In het Maleis komt de woordvolgorde OVS het meest voor, maar SVO komt soms ook voor. Het Maleis kent geen grammaticaal subject. In overgankelijke bijzinnen komt het zelfstandig naamwoord voor het werkwoord. |