Mogelijke vragen ouders/tolk
Fonologie
De Nederlandse stemloze fricatief [f] komt in het Birmees niet voor. Ook de [x] (chaos, lach), [v] (vier), [ʒ], (journaal) en [ɣ] (gat), komen niet voor. De Nederlandse klinkers [y] (fuut), [ɪ] (pit), [ʏ] (put), en [øː] (reus) komen niet voor in het Birmees. Het Birmees heeft wel een aantal diftongen, maar de Nederlandse diftongen [ɔi ] (hoi) en [œy] (huis) komen in het Birmees niet voor. Al deze klanken kunnen lastig zijn voor Birmese leerders van het Nederlands. Morfologie Het Birmees is een agglutinerende taal met een rijke morfologie: een complex systeem van suffixen voor allerlei taaleigenschappen. Het Nederlands gebruikt vooral voor tijds- en geslachtsaanduiding morfemen, en kent bijvoorbeeld niet de pragmatische morfemen. Omdat het Nederlands hierin makkelijker is dan het Birmees, zullen T2-leerders hier waarschijnlijk weinig moeite mee hebben. Ze zullen wel moeten leren dat er in het Nederlands losse woorden gebruikt worden om bepaalde informatie aan te geven. Hulpwerkwoorden bijvoorbeeld, zullen voor problemen kunnen zorgen omdat deze apart vervoegd moeten worden. Een verkeerde gebruik van het hulpwerkwoord hoeft dus geen teken van TOS te zijn. Meervoud Pronomina krijgen in het Birmees een meervoudssuffix of suffixen die bijvoorbeeld beleefdheid uitdrukken. Bij de pronomina, worden in het Birmees meervouden gemaakt met tó. Zo worden ŋa, nin en θu (1-2-3SG) ŋa tó, nin tó en θu tó (1-2-3PL). Birmese leerders van het Nederlands zullen moeten leren dat de 1e,2e en 3e persoon-meervoud in het Nederlands een eigen benaming hebben. Vraagvormen Ook vragende vormen worden in het Birmees aangegeven door suffixen. Bijvoorbeeld: θwâmé ((he) will go) wordt θwâmalâ (will (he) go?). De Nederlandse manier om vraagzinnen te vormen is geheel anders. De T2-leerders zullen niet gewend zijn om zinnen vragend te maken door middel van intonatie en het verplaatsen van woorden. Dit kan daarom problemen opleveren. Wanneer er fouten worden gemaakt met vraagzinnen hoeft dit dus geen teken van TOS te zijn. Ontkenningen Bij ontkennende zinnen wordt in het Birmees het negatieve prefix ma- bij het hoofdwerkwoord gevoegd, en wordt het finale morfeem vervangen door een negatief finale morfeem, passende bij de soort zin. In het Nederlands worden ontkennende zinnen gevormd door het gebruik van ‘niet’ in de zin. Het gebruik van ‘niet’ in plaats van een suffix zal waarschijnlijk moeilijk gevonden worden. Subordinerende morfemen Subordinerende morfemen zijn morfemen waarop een bijzin volgt. In het Birmees worden de morfemen -ʡáun, -hmà, -lòu, -péidè, -péimè, -tò, -yín, -yínlê, -yîn en -pí gebruikt voor verschillende omstandigheden als doel, oorzaak, concessie, tijd en conditie. In het Nederlands worden daarvoor verschillende soorten voegwoorden gebruikt (als, zodat, wanneer, terwijl, …) Birmese leerders van het Nederlands zullen moeten leren dat er in het Nederlands losse woorden gebruikt worden om dit soort informatie aan te geven. Omdat het Birmese morfologische systeem veel moeilijker is dan het Nederlandse, valt het niet te verwachten dat kinderen met Birmees als moedertaal ernstige problemen zullen hebben met dit aspect in het Nederlands. Syntaxis Woordvolgorde Het Birmees heeft een SOV-woordvolgorde, soms kan een zin ook zijn opgebouwd in een OSV-volgorde. Aangezien het Nederlands een SVO-volgorde heeft, kan dit problemen opleveren. Het Birmees plaatst een getal of adjectief achter het zelfstandig naamwoord, het Nederlandse plaatst dit ervoor. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat ook hier fouten mee gemaakt worden. Pragmatiek Sommige morfemen hebben een pragmatische functie. Er zijn morfemen voor bijvoorbeeld verbazing, manieren, beleefdheid, opsommingen, indirecte rede, en het verwachten van berusting. De morfemen kunnen bij werkwoorden en naamwoorden voorkomen. In het Nederlands wordt de pragmatische informatie niet zo duidelijk weergegeven. Het is meestal afhankelijk van de context, of van de intonatie. Dit kan erg lastig zijn voor Birmese kinderen die Nederlands leren. Klik hier om te bewerken. |