Mogelijke vragen aan ouders/tolk
Omdat er geen specifiek onderzoek is naar TOS in het Oeigoers, waardoor het moeilijk is om concrete diagnostiseringskenmerken vast te stellen. Op basis van algemene TOS-kenmerken en de typologische kenmerken van het Oeigoers, kunnen de volgende vragen als leidraad worden gebruikt bij het vaststellen van een taalontwikkelingsstoornis:
- Maakt het kind in vergelijking met normaal ontwikkelende (Oeigoerse) kinderen van dezelfde leeftijd meer fouten? - Heeft uw kind problemen met de uitspraak van bepaalde klanken in het Oeigoers? - Heeft uw kind moeite met (mede)klinkerharmonie? - Gebruikt uw kind in het Oeigoers de juiste woordvolgorde? -Plaatst uw kind het vraagwoord in vraagzinnen op de juiste plek? -Gebruikt uw kind de juiste uitgangen voor tijd, persoon en modaliteit? Worden deze in de juiste volgorde achter de stam geplakt? -Ervaart het kind problemen met werkwoordsvervoegingen in het Nederlands? -Laat het kind persoonlijke voornaamwoorden weg in zinnen waar deze wel voor moeten komen? -Gebruikt uw kind de juiste persoonlijke voornaamwoorden voor de aan te wijzen referent? |