Transferfouten
In het Litouws zijn een aantal kenmerken die verschillen van het Nederlands. Mogelijk leveren deze kenmerken problemen op in het Nederlands als gevolg van transfer. Deze problemen hoeven geen aanwijzing te zijn voor een taalontwikkelingsstoornis. Hieronder staan per deelgebied (fonologie, morfologie en syntaxis) kort de verschillen weergegeven. Voor uitgebreidere informatie over het Litouws kan paragraaf 2 geraadpleegd worden.
Fonologie Uitspraak Litouwse kinderen kunnen moeite hebben met de klank [v] in het Nederlands, omdat deze niet voorkomt in het Litouws. Wat betreft de klinkers kunnen kinderen moeite hebben met de uitspraak van de [ᴧ] (=/u/), [y.] (=/uu/), [εɪ.] (=/ei/ij/), [i] (=/ie/) en [ø] (=/eu/) omdat deze klanken in het Litouws niet voorkomen. Klemtoon In het Nederlands hebben klinkers aan het eind van een woord of lettergreep geen korte intonatie. In het Litouws kan dit wel. Litouwse kinderen kunnen dit daarom fout doen in het Nederlands. Het Nederlands kent geen vallende of circumflex intonatie. Ook hier zouden daarom intonatiefouten kunnen optreden. Morfologie Inflectie Het Nederlands kent minder inflectie dan het Litouws. De verwachting is dat kinderen niet veel problemen ervaren bij het verwerven van de Nederlandse morfologie. Een uitzondering kan het voltooid deelwoord zijn, omdat deze vorm niet bestaat in het Litouws. Meervoudsvormen Een aantal woorden komen in het Litouws alleen als meervoudsvorm voor (bijvoorbeeld broek of feest in combinatie met getal voor hoeveelheid). Mogelijk gebruiken de kinderen deze vormen op dezelfde wijze in het Nederlands. Mogelijk leveren onregelmatige meervoudsvormen ook problemen op. Uitdrukken onderlinge relatie tussen woorden In het Litouws drukt de naamval de functie van een woord uit. Mogelijk vinden Litouwse kinderen het lastig om de onderlinge relatie tussen woorden in het Nederlands uit te drukken. In het Nederlands is vaak het woord ‘van’ extra nodig om de onderlinge relatie in woorden uit te drukken. Syntaxis Woordvolgorde Het Litouws kent een vrije woordvolgorde, waardoor Litouwse kinderen mogelijk problemen kunnen ondervinden met de Nederlandse woordvolgorde in zinnen. De algemene woordvolgorde van het Litouws (onderwerp, werkwoord, direct/indirect object) komt wel overeen met de algemene woordvolgorde van het Nederlands. Daarnaast mag het werkwoord ‘zijn’ in het Litouws worden weggelaten. Ontkenningen Het Nederlands kent meer vormen van ontkenning (niet/geen of prefix on-) dan het Litouws (ne). Het zou kunnen dat Litouwse kinderen hierin moeilijkheden ervaren. Vraagzinnen De vorming van vraagzinnen in het Litouws is anders dan in het Nederlands. In het Litouws kan op twee manieren een vraagzin worden gevormd. De eerste manier is door middel van intonatie en de tweede manier is door aan het begin van de zin een vraagwoord te plaatsen. De woordvolgorde in de zin wordt daarbij niet aangepast. In het Nederlands wordt in een vraagzin de positie van het onderwerp en werkwoord omgedraaid in een vraagzin. Dit levert mogelijk problemen op voor Litouwse kinderen. Op basis van bovenstaande gegevens zijn de volgende hypotheses opgesteld over mogelijke fouten in het Nederlands. Het is niet onderzocht of deze fouten ook daadwerkelijk worden gemaakt door Litouwse kinderen met Nederlands als tweede taal.
Fonologie Omdat de klank [v] niet voorkomt in het Litouws kunnen Litouwse kinderen hier moeite mee hebben bij de uitspraak van het Nederlands. Daarnaast zal de uitspraak van sommige medeklinkers soms afwijken, omdat deze in het Litouws op verschillende manieren uitgesproken kunnen worden (gepalataliseerd vs. ongepalataliseerd). Wat betreft de klinkers kunnen kinderen moeite hebben met de uitspraak van de [ᴧ] (=/u/), [y.] (=/uu/), [εɪ.] (=/ei/ij/), [i] (=/ie/) en [ø] (=/eu/) omdat deze klanken in het Litouws niet voorkomen. Klemtoon In het Nederlands hebben klinkers aan het eind van een woord of lettergreep geen korte intonatie. In het Litouws kan dit wel. Litouwse kinderen kunnen dit daarom fout doen in het Nederlands. Het Nederlands kent geen vallende of circumflex intonatie. Ook hier zouden daarom intonatiefouten kunnen optreden. Lidwoorden Het zal voor Litouwse kinderen waarschijnlijk moeilijk zijn om de Nederlandse lidwoorden te leren en te gebruiken, omdat het Litouws geen lidwoorden kent. Geslacht In het Nederlands is het woordgeslacht lang niet zo prominent als in het Litouws. Het is daarom niet aannemelijk dat Litouwse kinderen problemen ondervinden bij het aanleren van woordgeslacht in het Nederlands. Morfologie Het Litouws is een taal met een zeer rijke flexiemorfologie, in tegenstelling tot het Nederlands dat maar matig flexief is. De verwachting is daarom dat Litouwse kinderen weinig problemen ondervinden bij de Nederlandse morfologie. Morfologische problemen zijn te verwachten bij het gebruiken van het voltooid deelwoord, omdat deze vorm in het Litouws niet bestaat. Daarnaast hebben Litouwse kinderen mogelijk moeite met het Nederlandse onregelmatige meervoud (schip-schepen). Ook zullen mogelijk sommige woorden die in het Litouws alleen in het meervoud voorkomen (zoals bijvoorbeeld broek of feest) in het Nederlands ook in het meervoud worden gebruikt door Litouwse kinderen. Of als enkelvoud, terwijl meervoud bedoeld wordt. Naamvallen In het Litouws geeft de naamval de functie van een woord aan. In het Nederlands is dit niet het geval. Daarom is het mogelijk dat Litouwse kinderen problemen ondervinden met het in woorden uitdrukken van een onderlinge relatie tussen woorden. Bijvoorbeeld: Miesto gatvės Stad:GEN straten:GEN [De straten van de stad) Waar in het Litouws maar twee woorden zijn die door middel van hun uitgang de onderlinge relatie weergeven, is in het Nederlands een extra woord nodig: van. Voorzetsels Het is niet te verwachten dat Litouwse kinderen moeite hebben met de voorzetsels in het Nederlands. Het voorzetselsysteem in het Nederlands is eenvoudiger dan in het Litouws, omdat er in het Nederlands geen vaste naamvallen aan bepaalde voorzetsels verbonden zijn. Zinsvorming Litouwse kinderen kunnen problemen ondervinden met de Nederlandse woordvolgorde in zinnen, aangezien het Litouws een vrije woordvolgorde kent. De algemene woordvolgorde van het Litouws (onderwerp, werkwoord, direct/indirect object) komt wel overeen met de algemene woordvolgorde in het Nederlands. Het woord 'zijn' mag in het Litouws worden weggelaten. In het Nederlands mag dit niet. Litouwse kinderen kunnen mogelijk vormen van het werkwoord 'zijn' onterecht weglaten in het Nederlands. Vraagzinnen Omdat het Litouws geen aparte formulering van vraagzinnen kent, kan het formuleren van vraagzinnen problemen opleveren. In het Litouws worden vraagwoorden vooraan in de zin geplaatst, maar de woordvolgorde blijft hetzelfde. In het Nederlands verandert de woordvolgorde wel in een vraagzin. Een Litouws kind zou in het Nederlands bijvoorbeeld kunnen vragen: wat hij wil? Of: hoeveel dagen hij was hier? Negatie In het Litouws wordt een ontkenning altijd gerepresenteerd door ne, als los woord of als prefix. In het Nederlands kan een ontkenning worden weergegeven met het woord 'niet' of 'geen', of als prefix 'on-'. Litouwse kinderen zouden daarom moeite kunnen hebben met ontkenningen in het Nederlands. |