Mogelijke vragen aan ouders/tolk
Het is belangrijk om in acht te houden dat sommige problemen met het leren van het Nederlands vanuit het Thai logisch zijn. Daarom is het aan te raden om kritisch te kijken naar de ontwikkeling van de moedertaal (in dit geval Thai) om te kunnen zien of het waarschijnlijk gaat om een TOS of waarschijnlijk niet. Problemen die enkel voorkomen in het Nederlands kunnen namelijk gemakkelijk voortvloeien uit de transfer die tussen Thai en Nederlands lastig is. Problemen die zich echter in de moedertaal al voordoen kunnen wel wijzen op een TOS. Helaas is er geen informatie gevonden over TOS in het Thai, waardoor de vragen niet specifiek gaan over de Thaise taalverwerving, maar over problemen die bij TOS te verwachten vallen. Daarbij kan wel gezegd worden dat fouten met vervoegingen (tijdsaanduiding, persoonsvervoeging, meervoudsvervoeging) in het Thai waarschijnlijk niet voorkomen (aangezien dit niet bestaat in het Thai) en dat problemen hiermee in het Nederlands waarschijnlijk wijzen op transferproblematiek. De Siméa handreiking voor TOS bij meertaligheid (2016) biedt een leidraad voor het soort vragen dat aan een ouder/tolk gesteld kan worden. Deze handreiking gaat ervanuit dat er vier factoren een rol spelen bij de vraag of er taalproblematiek is en of deze problematiek hardnekkig is. Deze vier factoren houden, geparafraseerd, in:
|