Morfologie
Werkwoorden In het Thai is er geen sprake van vervoegingen. Dat betekent dat tijd, aspect en modaliteit niet worden gemarkeerd door een aan het werkwoord (gebonden) morfeem. Er zijn verschillende manieren om deze drie wel aan te geven in het Thai: 1. Door middel van hulpwerkwoorden 2. Door middel van partikels (er zijn bijvoorbeeld partikels die de toekomende tijd aan kunnen duiden) 3. Door het uit de context op te maken (bron: Engelse Wikipediapagina van het Thai, zie de literatuurlijst; Smyth, 2002). Ook zijn er geen verschillende persoonsvormen. Dit betekent dat de Thaise vertaling van ‘zij loopt’ identiek is aan de vertaling van ‘hij liep’. Het gevolg van het ontbreken van inflectie in het Thai is dat er veel ambiguïteit ontstaat in de betekenis en dat er veel afhankelijk is van de interpretatie/ de context waarin een uitspraak gedaan wordt. Passief Het passief komt wel voor in het Thai, maar veel minder vaak dan in het Engels. Het vormen van het passief wordt voornamelijk gedaan in negatieve contexten. Als een Thais werkwoord als passief bedoeld is, dan wordt deze (logischerwijs) niet door inflectie gevormd, maar staat het woord ถูก (thùuk) erbij (Smyth, 2002, pp.74). |
Opeenvolgende werkwoorden
Wat veel voorkomt in de Thaise taal is een fenomeen dat verb serialization heet. Bij deze constructie volgen er verschillende lexicale werkwoorden (dus geen hulpwerkwoorden) na het subject, zonder dat er tussen die werkwoordsvormen verbinders staan (Smyth, 2002, pp.81). In het Nederlands zeggen we bijvoorbeeld ‘hij begint te lezen’. In het Thai zou dit zijn ‘hij beginnen lezen’.
Zelfstandig naamwoorden
Ook zelfstandig naamwoorden kennen geen verbuiging, maar ze kennen ook geen grammaticaal geslacht en lidwoorden (bron: de Engelse Wikipediapagina over het Thai, zie de literatuurlijst). Er is soms wel sprake van reduplicatie voor het aanduiden van een meervoud, maar dit komt niet bij alle woorden voor.
Het woord พวก (phuak) kan worden gebruikt om nadruk te leggen op een woord of om een meervoud aan te geven. Naast het toevoegen van het woord phuak, wordt er in het Thai gebruikgemaakt van woorden die tijd en personen aanduiden. Dit is vergelijkbaar met in het Nederlands woorden die geen meervoud kennen toch telbaar te maken door bepaalde woorden toe te voegen. We kunnen in het Nederlands het woord rijst telbaar maken door te zeggen: drie gram rijst. In het Thai gebeurt dit ook, alleen dan met alle woorden. Een voorbeeld van de Engelse Wikipediapagina over het Thai (zie de literatuurlijst):
Wat veel voorkomt in de Thaise taal is een fenomeen dat verb serialization heet. Bij deze constructie volgen er verschillende lexicale werkwoorden (dus geen hulpwerkwoorden) na het subject, zonder dat er tussen die werkwoordsvormen verbinders staan (Smyth, 2002, pp.81). In het Nederlands zeggen we bijvoorbeeld ‘hij begint te lezen’. In het Thai zou dit zijn ‘hij beginnen lezen’.
Zelfstandig naamwoorden
Ook zelfstandig naamwoorden kennen geen verbuiging, maar ze kennen ook geen grammaticaal geslacht en lidwoorden (bron: de Engelse Wikipediapagina over het Thai, zie de literatuurlijst). Er is soms wel sprake van reduplicatie voor het aanduiden van een meervoud, maar dit komt niet bij alle woorden voor.
Het woord พวก (phuak) kan worden gebruikt om nadruk te leggen op een woord of om een meervoud aan te geven. Naast het toevoegen van het woord phuak, wordt er in het Thai gebruikgemaakt van woorden die tijd en personen aanduiden. Dit is vergelijkbaar met in het Nederlands woorden die geen meervoud kennen toch telbaar te maken door bepaalde woorden toe te voegen. We kunnen in het Nederlands het woord rijst telbaar maken door te zeggen: drie gram rijst. In het Thai gebeurt dit ook, alleen dan met alle woorden. Een voorbeeld van de Engelse Wikipediapagina over het Thai (zie de literatuurlijst):
Bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden
Bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden zijn in het Thai niet van elkaar te onderscheiden. Zij komen na het woord waar ze iets over zeggen (ze komen dus na een werkwoord of na een zelfstandig naamwoord) (bron: de Engelse Wikipediapagina over het Thai, zie de literatuurlijst).
Voornaamwoorden
Het Thai heeft een uitgebreid systeem van persoonlijk voornaamwoorden, maar ze worden vaak weggelaten en vervangen door de naam van een persoon of een bijnaam (Smyth, 2002). De voornaamwoorden worden gebruikt afhankelijk van leeftijd, sociale status, gender, formaliteit en de relatie tot spreker en toehoorder (Smyth, 2002, pp. 39). Zie hiervoor ook afbeelding 3:
Afbeelding 3:
De Thaise voornaamwoorden en hun betekenis, gekopieerd van de Engelse Wikipediapagina over het Thai (zie literatuurlijst).
De Thaise voornaamwoorden en hun betekenis, gekopieerd van de Engelse Wikipediapagina over het Thai (zie literatuurlijst).
Wederkerend voornaamwoorden
Er bestaat een wederkerend voornaamwoord in het Thai: ตัวเอง (Tua eng). Het voornaamwoord gaat samen met een ander voornaamwoord, zoals bijvoorbeeld “ตัวผมเอง (tua phom eng, […] I myself)“ (Smyth, 2002; Engelse Wikipediapagina over het Thai). Dit is het enige wederkerende voornaamwoord in het Thai en verwijst dus naar alle wederkerende woorden (mezelf, jezelf, onszelf etc.).
Bezittelijk voornaamwoorden
Het Thai kent geen apart bezittelijk voornaamwoord. Bezit wordt aangeduid door het woord ของ (Khong).