Morfologie
Deze sectie berust op Jastrow (2011), tenzij anders aangegeven. In het Turoyo worden veel betekenissen uitdrukt met morfologische processen in plaats van via losse woorden en de woordvolgorde, zoals in het Nederlands. Om het overzichtelijk te houden, wordt er per woordsoort besproken welke morfologische en syntactische processen gebruikt worden. In de sectie Syntaxis wordt besproken welke andere syntactische verschijnselen bestaan.
Lidwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
Bijwoorden
Persoonlijk voornaamwoorden
Vraagwoorden
Bezittelijk voornaamwoorden
Voorzetsels
Werkwoorden Persoonsaanduidingen
Tijdsaanduidingen
|
Tabel 2. Werkwoordstijden in het Turoyo.
Tijd
Tegenwoordige tijd Verleden tijd Toekomstige tijd |
Morfeem in Turoyo
k- of ko- -wo (mannelijk) -wa (vrouwelijk) g- of gd- |
Voorbeeld in Turoyo
ko-doməx doməx-wo doməx-wa g-doməx |
Nederlandse vertaling
‘hij slaapt’ ‘hij sliep’ ‘zij sliep’ ‘hij zal slapen’ |
Koppelwerkwoorden
- Koppelwerkwoorden worden anders uitgedrukt dan in het Nederlands, namelijk met morfemen (Jastrow, 1992). Het morfeem -na betekent bijvoorbeeld ‘wij zijn’ en kan aan een bijvoeglijk naamwoord (bijvoorbeeld tawwo ‘goed’) of bijwoord (bijvoorbeeld rahuqo ‘ver’) gehecht worden. Bijvoorbeeld: tawwo-na ‘wij zijn goed’ en rahuqo-na ‘wij zijn ver’. Elke persoon heeft een ander morfeem. En voor de verleden tijd zijn er weer andere morfemen per persoon.
Actieve en passieve vormen
- Elke klasse heeft aparte stammen voor de actieve en passieve betekenis van het werkwoord. Bijvoorbeeld mzabәn ‘hij verkoopt’ en mizabәn ‘hij/het wordt verkocht’.
Ontkenning
- Om een zin ontkennend te maken, wordt het voorvoegsel lo- aan de persoonsvorm gehecht. Bijvoorbeeld hzeli ‘ik zag’ en lo-hzeli ‘ik zag niet’ (Jastrow, 1992).
Gebiedende wijs
- De gebiedende wijs kent een aparte vorm voor enkelvoud en meervoud en wordt aangeduid door bepaalde klinkers in de stam in te voegen. Bijvoorbeeld dmax ‘slaap!enkelvoud’ en dmaxu ‘slaap!meervoud’ (Jastrow, 1992).
- Een ontkennende gebiedende wijs wordt met de aanvoegende wijs gemaakt, in combinatie met het voorvoegsel lo-, zoals in lo-dǝmxǝt ‘slaapmannelijk,ev niet!’ Hierbij wordt in tegenstelling tot de gebiedende wijs wel onderscheid gemaakt tussen een mannelijke en vrouwelijke vorm in het enkelvoud (Jastrow, 1992).
Aanvoegende wijs
- De aanvoegende wijs is een vorm voor irreële gebeurtenissen, die we ook in oud Nederlands soms tegenkomen. Bijvoorbeeld ‘men neme een pond boter’ of ‘moge hij gezond worden’.
- In het Turoyo herkent men werkwoorden in de aanvoegende wijs aan het voorvoegsel d-, bijvoorbeeld d-doməx ‘dat hij slaapt’.