Morfologie
De Mandinka taal is een taal die weinig vervoegingen en verbuigingen kent, in tegenstelling tot het Nederlands.
Meervouden, verkleinwoorden en bijvoeglijke naamwoorden Het Mandinka kent twee soorten getal, namelijk het enkelvoud en het meervoud. Het gebruik van het enkelvoud en het meervoud is vergelijkbaar met die van andere talen, alleen zijn er bij het Mandinka enkele bijzonderheden in de wijze waarop de meervoudsvorm wordt gebruikt. De meervoudsvorm wordt verkregen door achter de enkelvoudsvorm eindigend op /o/, /lu/ te plakken. Als de laatste klank van het enkelvoud geen /o/ is, verandert de laatste letter in een /o/ en wordt /lu/ toegevoegd. In het Nederlands eindigt de meervoudsvorm altijd op /s/of op /en/. In het Mandinka is er dus slechts één uitgang voor alle meervoudsvormen. De verwachting is daarom dat Mandinka-sperkers hiermee in het Nederlands moeite zouden kunnen hebben. Het onbepaald voornaamwoord bey (= alle, elke) heeft geen meervoud, in welke zin het ook voorkomt. Om dit woord te gebruiken, dient het zelfstandig naamwoord erachter geplaatst te worden, dus molu bey = alle mensen. Een verkleinwoord wordt gemaakt door –nding aan het zelfstandig naamwoord toe te voegen, bijvoorbeeld muso (een vrouw) en musonding (een vrouwtje).
In het Mandinka wordt veel gebruikt gemaakt van verkleinwoorden, meer dan in het Nederlands. Het Mandinka maakt, in tegenstelling tot het Nederlands, geen gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. In plaats hiervan gebruiken zij een zelfstandig naamwoord (Maxwell Macbrair, 1981). Persoonlijke voornaamwoorden Het Mandinka gebruikt hetzelfde persoonlijke voornaamwoord voor mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de vervoeging per geslacht. Er wordt slechts een onderscheidend woord gebruikt, bijvoorbeeld Muso laat weten dat het over een vrouw gaat. Onderstaande tabel laat zien welke vervoeging bij het juiste persoonlijke voornaamwoord hoort (Maxwell Macbrair, 1981). Werkwoordvervoegingen
Werkwoorden worden in het Mandinka niet vervoegd naar persoon of getal, zoals in het Nederlands wel gebeurt. Dit betekent dat de infinitief en de onvoltooid tegenwoordige tijd altijd dezelfde vorm hebben (McWhorter, 2004). De onvoltooid verleden tijd wordt op dezelfde manier gecreëerd. De infinitief verandert naar de verleden tijd en heeft vervolgens bij ieder persoon en getal dezelfde vorm.
Het Mandinka heeft geen voltooid deelwoorden, zoals het Nederlands wel heeft. Het kan voor een Mandinka-spreker die Nederlands leert, lastig zijn om het systeem van hulpwerkwoord + voltooid deelwoord te leren.
|