Syntaxis
De volgorde van een zin bestaat in het Mandinka, net als in het Nederlands, uit de constructie subject-verb-object. Dit houdt in dat een zin begint met het onderwerp, gevolgd door het werkwoord en het lijdend voorwerp. Het werkwoord staat altijd op de tweede plek: ate atata a marscoto (hij gaat naar de markt) (Maxwell Macbrair, 1981).
|