Fonologie
Kleine elementen in het Grieks zijn door de jaren heen veranderd, waardoor een verschil ontstaan is tussen het Klassiek Grieks en het Modern Grieks. Voor deze pagina zal slechts uitgegaan worden van de typologie van het Modern Grieks.
Consonanten In onderstaande figuur (figuur 2) zijn de negentien consonanten van het Modern Grieks te vinden (Nikolopoulos, 1999). In dit figuur is meteen te zien binnen welke groep de consonanten vallen en waar in de mond deze worden geproduceerd. Figuur 2 - Consonanten van het Modern Grieks (Joseph & Tserdanelis, 2013) Over de stemhebbende plofklanken (stops) in het Modern Grieks is enige twijfel. Wanneer een nasale klank aan de plofklank vooraf gaat, kan de plosief in het Modern Grieks verschijnen als een stemloze klank (vergelijk /o pa’teras/ ‘the father (NOM.SG)’ met /tom ba’tera/ ‘the father (ACC.SG)’) (Joseph & Tserdanelis, 2013). Daarbij lijkt het waarschijnlijk dat de verschijningen van een stemhebbende klank in plaats van een stemloze klank na een nasaal zich voornamelijk in het gedeelte aan het begin van een woord bevinden in plaats van in het midden van een woord. Dit is deels te verklaren doordat in de Griekse orthografie de stemhebbende plofklanken gerepresenteerd worden door een letter voor de nasale klank plus een letter voor de stemloze stop (bv. mp voor [b]) (Joseph & Tserdanelis, 2013).
Zoals in de tabel te zien zijn er meer fricatieven dan plofklanken (stops), waarbij meespeelt dat de stemhebbende plofklanken in veel situaties vervangen worden door stemloze plofklanken. Binnen de groep fricatieven wordt de stemhebbende velaire fricatief afgewisseld met de palatale fricatief, waarbij in het geval van klinkers die voor in de mond worden geproduceerd de palatale fricatief verschijnt (vgl. /a’nigo/ ‘ik open’ met /a’niji/ ‘hij opent’). Maar ook tussen de klinker /i/ en de palatale fricatief [j] zit afwisseling (vgl. /ka’ravi-Ø/ ‘boot (SG)’ met /ka’ravj-a/ ‘boten (PL)’). Er zijn echter ook situaties waarin de palatale fricatief niet verandert en is er sprake van minimale paren, waardoor er een willekeurig gebruik van de initiële palatale fricatief ontstaat en er hiervoor geen heldere analyse gesteld kan worden (Joseph & Tserdanelis, 2013). De affricaten in het Modern Grieks verschillen niet veel van de affricaten in de meeste talen. Ook in het Modern Grieks bevatten de affricaten twee klanken, maar worden deze gezien als een enkel foneem (Joseph & Tserdanelis, 2013). De klanken uit het Grieks komen veelal overeen met de klanken zoals de Nederlandse taal deze bezit. Echter heeft het Grieks een aantal klanken meer dan het Nederlands. Zo komen de /g/ (als in ‘goal’), /ʒ/ (als in ‘rouge’), /ʤ/ (als in ‘jeep’) in het Nederlands slechts voor in leenwoorden (Freie Universität Berlin, 2013) en niet in woorden van Nederlandse afkomst. Vocalen In onderstaande figuur (figuur 3) zijn de vocalen van het Modern Grieks weergegeven. Het klinkersysteem van het Modern Grieks lijkt met haar driehoekige vorm in evenwicht te zijn (Joseph & Tserdanelis, 2013). De /a/ wordt met de lippen open uitgesproken, de /e/ en /o/ met half gesloten lippen, waarbij deze vocalen respectievelijk voor en achter in de mond worden geproduceerd. De /i/ en /u/ daarentegen, worden met de lippen bijna gesloten uitgesproken en deze worden respectievelijk voor en achter in de mond geproduceerd. Overigens hebben de klinkers uit het Modern Grieks allemaal maar één fonetische uitspraak (Nikolopoulos, 1999). Figuur 3 - Vocalen van het Modern Grieks (Joseph & Tserdanelis, 2013) Klankcombinaties
In het Modern Grieks komen net als in het Nederlandse zes diftongen voor. Het Modern Grieks heeft voor deze vier diftongen verschillende uitspraken, namelijk ‘aj’ voor de eerste twee, ‘oj’ voor de middelste twee, en 'ej' en 'iej' voor de laatste twee diftongen. In het Modern Grieks is ook sprake van combinaties van medeklinkers. Een dergelijke combinatie wordt in het Modern Grieks, net als in het Nederlands, uitgesproken als zijnde één medeklinker. In het Grieks worden in sommige gevallen echter niet alle medeklinkers uit de combinatie uitgesproken, terwijl in het Nederlands alle medeklinkers in een cluster worden uitgesproken. Alleen wanneer het medeklinkercluster op een klinker volgt, worden alle medeklinkers in de combinatie uitgesproken. Een uitzondering hierbij is de [τζ], deze wordt te allen tijde uitgesproken als /dz/.
Woordstructuur
In zijn thesis haalt Nikolopoulos (1999) een onderzoek van Zachos (1991) aan waarin naar voren komt dat de structuur van het Modern Grieks het meest overeenkomt met een CV-structuur. De CCV- en VCC-structuren worden beduidend minder gebruikt. |