Morfologie
Verbuigingen
Om meervouden aan te duiden wordt het morfeem –nan achter het zelfstandig naamwoord geplaatst. Echter, hier zijn verschillende regels voor als er twee zelfstandig naamwoorden in de zin voorkomen. In de meeste gevallen hoort ‘nan’ achter het eerste zelfstandig naamwoord geplaatst te worden, maar als de twee zelfstandig naamwoorden betrekking tot elkaar hebben, dient het achter het laatste geplaatst te worden. Het Papiaments maakt gebruikt van een voorzetsel om twee zelfstandig naamwoorden aan elkaar te koppelen. Het eerste zelfstandig naamwoord geeft de kern van de woordgroep weer, het tweede zelfstandig naamwoord is de woordgroep en het voorzetsel ertussen geeft een specificatie van wat het eerste zelfstandig naamwoord aanduidt. In het Papiaments spreekt men bijvoorbeeld van bapor di turista en in het Nederlands is het toeristenschepen. Het partikel ‘nan’ die bij meervoud wordt gebruikt, wordt eveneens gebruikt bij bijwoorden van plaats. Een voorbeeld hiervan is ‘akí’ (hier) en ‘akinan’ (hier in de buurt). Vervoegingen Het Papiaments kent geen werkwoordsvervoegingen. Er vindt in het Papiaments geen congruentie plaats tussen persoonsvorm, zelfstandig naamwoord of werkwoord. De taal gebruikt bepaalde partikels om aan te geven voor wie, wat en wanneer het is bedoeld. In het Papiaments wordt bij de derde persoon enkelvoud altijd ‘e’ gebruikt, waardoor het nog niet duidelijk is om welk geslacht het gaat. Dit wordt opgelost door aan het woord homber of muhé te koppelen. Een voorbeeld hiervan is ruman (broer/zus), ruman-hombre (broer) en ruman-muhé (zus). Ook vindt er in het Papiaments reduplicatie plaats van een woord om een versterking aan de boodschap te geven, zoals bijvoorbeeld bon-bon. In dit geval betekent het niet goed, maar uitstekend. Lidwoorden Het Papiaments maakt gebruik van twee lidwoorden die voor het zelfstandig naamwoord geplaatst worden, namelijk ‘e’ en ‘un’, waarvan ‘e’ het bepaalde lidwoord is en ‘un’ het onbepaalde lidwoord. De keuze voor een onbepaald of bepaald lidwoord is afhankelijk van het feit of de gesprekspartners er eerder over hebben gesproken of dat de spreker verwacht dat de ander kennis van het onderwerp heeft. In die gevallen wordt het bepaald lidwoord ‘e’ voor het zelfstandig naamwoord geplaatst. |