Morfologie
Het Tamil is een agglutinerende taal en heeft een rijke morfologie. Dit wil zeggen dat de woorden gevormd worden door het toevoegen van suffixen aan de stam. In het Tamil worden suffixen gebruikt bij bijvoorbeeld het markeren van aantal op het zelfstandig naamwoord of tijd op het werkwoord. Lidwoorden komen niet voor in het Tamil.
Zelfstandige naamwoorden De zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden worden in het Tamil gemarkeerd voor geslacht, aantal en naamval. Geslacht wordt in het Tamil in twee hoofdklassen verdeeld: de rationele klasse en de irrationele klasse. Mensen en goden behorende tot de rationele klasse. Overige zelfstandige naamwoorden behoren tot de irrationele klasse. De rationele zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk enkelvoud, vrouwelijk enkelvoud of rationeel meervoud. Dit wordt aangegeven met een suffix. De meervoudsvorm van de rationele zelfstandige naamwoorden kan worden gebruikt als gender-neutrale vorm. De irrationele zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden zijn irrationeel enkelvoud of irrationeel meervoud. Ook dit wordt aangegeven met een suffix. De stam van een naamwoord kan verbonden worden met meer dan vijfhonderd verschillende suffixen. Naamval
Het Tamil kent acht verschillende naamvallen. Ook naamval wordt aangegeven met een suffix. Figuur 4. Overzicht van de naamvallen van het Tamil (bron: Annamalai, E. & Steever, S.B. (2015). Modern Tamil, in Steever, S.B. (Eds), The Dravidian Languages. [Epub], London: Routledge)
Werkwoorden De morfologische structuur van het Tamil is vrij complex. Werkwoorden worden vervoegd voor persoon, aantal en geslacht. Deze vervoeging kan ook gecombineerd worden met hulpwerkwoorden omdat hulpwerkwoorden niet op zichzelf staan in het Tamil maar zich binden aan een werkwoord. Werkwoorden kunnen een finiete en niet-finiete vorm aannemen. De niet-finiete vorm is de stam van het werkwoord, deze vorm is niet gemarkeerd voor persoon of tijd. De finiete vorm is de stam van het werkwoord met een suffix. Het suffix zorgt ervoor dat het werkwoord bijvoorbeeld gemarkeerd is voor tijd. De tijdsvormen zijn verleden, heden en toekomst. De stam van een werkwoord kan in theorie met meer dan tweeduizend suffixen hechten. Tijd Sterke werkwoorden Voor het markeren van het kenmerk tijd bij sterke werkwoorden geldt net zoals bij het Nederlands dat er binnen het woord iets verandert. Zo wordt bijvoorbeeld de klank /tt/ vervangen door /cc/ en /nd/ vervangen door /nj/ bij het markeren van verleden tijd. Zwakke werkwoorden Bij het markeren van het kenmerk tijd bij zwakke werkwoorden geldt net zoals bij het Nederlands dat een suffix wordt toegevoegd aan het woord. Een voorbeeld van een suffix dat zwakke werkwoorden voor verleden tijd markeert is: ‘ndeen’. Enkele voorbeelden van verledentijdsmarkering van zwakke werkwoorden staan in tabel 4. Onzijdige sterke woorden
Bij tijdsmarkering bij onzijdige sterke werkwoorden wordt het suffix /kka/ aan de stam van het woord toegevoegd. Als de woorden eindigen met -ru, -lu, -llu, of -lu verdwijnt dit deel van het woord eerst voordat de suffix /kka/ wordt toegevoegd. Een aantal voorbeelden staan in tabel 5. Tabel 5 Vervoeging onzijdige sterke werkwoorden in het Tamil Onzijdige zwakke werkwoorden
In tabel 6 wordt een voorbeeld gegeven van de verledentijdsmarkering van een onzijdige zwak werkwoord. Tabel 6 Vervoeging onzijdig zwak werkwoord Gebiedende wijs
Gebiedende wijs kan, door het toevoegen van een suffix aan het werkwoord, op verschillende manieren uitgedrukt worden. Zo kan de kracht van gebiedende wijs verzacht worden door het toevoegen van een suffix aan het werkwoord. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij het aanspreken van mensen met een hogere status (zie tabel 7). Tabel 7 Gebiedende wijs in het Tamil Het besluiten om iets te gaan doen (aanmoediging) wordt ook weergegeven door het toevoegen van een suffix aan het werkwoord. Een voorbeeld hiervan staat in tabel 8.
Tabel 8 Aanmoediging in het Tamil Bij het vormen van een voltooid deelwoord wordt gebruik gemaakt van reduplicatie van het eerste deel van het woord. In tabel 9 worden voorbeelden van negatieve voltooide deelwoorden gegeven.
Tabel 9 Reduplicatie in het Tamil Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden binden zich aan de infinitieve vorm van het werkwoord. Zoals eerder beschreven komen hulpwerkwoorden niet op zichzelf staand voor en binden zij zich altijd met een werkwoord. In tabel 10 staat een voorbeeld van een hulpwerkwoord dat zich aan het laatste deel van het werkwoord bindt. Tabel 10 Hulpwerkwoordgebruik in het Tamil Bijvoeglijke naamwoorden
Het Tamil kent niet veel bijvoeglijke naamwoorden. Enkele bijvoeglijke naamwoorden in het Tamil zijn:
Andere kleuren bijvoorbeeld niilam (blauw) en cembu (rood) zijn in het Tamil zelfstandige naamwoorden. Als deze gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord moeten de zelfstandige naamwoorden worden omgezet. Dit wordt gedaan door het toevoegen van de suffix kalar aan het woord. Een voorbeeld hiervan is: manjal kalar (kurkuma kleur; geel) of kaappi kalar (koffie kleur; bruin). Bijvoeglijke naamwoorden gaan, net zoals in het Nederlands, meestal vooraf aan een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: cinna payyan (kleine jongen) en pudu viidu (nieuw huis). Bijvoeglijk naamwoorden worden niet aangepast aan persoon, aantal of geslacht. Als het bijvoeglijk naamwoord na het zelfstandig naamwoord komt in de zin dan wordt deze aangepast door de suffixen: ‘-ere’ ‘–tu’ '–su’. Een voorbeeld hiervan is:
Een zin met alleen een bijvoeglijk naamwoord kan niet bestaan in het Tamil. Dit is een verschil met het Nederlands, in het Nederlands bestaat een zin als ‘dat is goed’. In het Tamil moet zo’n zin gevormd worden als ‘dat ding is een goed ding’ zoals hieronder:
Vergelijkende of overtreffende trap Het Tamil kent geen vergelijkende of overtreffende trap. Lidwoorden Het Tamil heeft geen lidwoorden. Bepaald of onbepaaldheid wordt aangegeven met bijvoorbeeld het gebruik van oru (één) als lidwoord. Persoonlijke voornaamwoorden In tabel 11 staan de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden die gebruikt worden in het Tamil. Het Tamil kent ook de aanwijzende voornaamwoorden deze en dat. In het Tamil kunnen twee persoonlijke voornaamwoorden in een zin voorkomen zonder dat er een hulpwerkwoord aanwezig is. Het eerste naamwoord is dan het onderwerp van de zin. Tabel 11 Overzicht persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden van het Tamil Persoonlijke voornaamwoorden worden geredupliceerd om distributie aan te geven. Met de verdubbeling van evan (welke mannen), wordt met avanavan (verschillende mannen) een aantal aangegeven. Dit is ook zichtbaar in het volgende voorbeeld; yar (wie) yaryar (wie allemaal).
In het Tamil is het zo dat persoonlijke voornaamwoorden worden weggelaten wanneer het duidelijk is om wie het gaat. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een persoonlijk voornaamwoord een nominatief is. Dit komt omdat in het Tamil deze informatie wordt herhaald in het gemarkeerde werkwoord. Omdat het daardoor tweemaal in een zin staat mag het weggelaten worden. Een voorbeeld hiervan is de zin naan pooreen (I am going) die in de vorm Pooreen (I go) nog steeds hetzelfde betekent. Wanneer er sprake is van ambiguïteit mag het persoonlijk voornaamwoord niet weggelaten worden omdat er dan onduidelijkheid kan ontstaan. De betekenis van naan poohalaamaa (mag ik gaan) zou zonder het woord naan, dus poohalaamaa 'mag (iemand) gaan' betekenen wat door de luisteraar onbegrijpelijk is. |