Pragmatiek
Sprekers van het Twi maken, over het algemeen genomen, deel uit van een hechte gemeenschap waar mensen en familieleden op verschillende niveaus met elkaar verbonden zijn. Taaldaden zoals het vragen om vergeving en het accepteren van een excuses zijn erg belangrijk, maar de relatie is asymmetrisch: jongere mensen zullen wel vergeving vragen aan oudere mensen, maar de omgekeerde situatie is ongebruikelijk (Gyekum, 2006).
Dit culturele aspect van respect en hiërarchie is ook in het alledaags taalgebruik terug te vinden, in bijvoorbeeld de substitutie van voornaamwoorden. Het vervangen van het ene persoonlijke voornaamwoord door het andere voornaamwoord dient een belangrijke sociale conventie: indirecte communicatie, bedoeld om confrontatie te vermijden of juist om persoonlijke betrokkenheid te tonen. In het Twi wordt soms het persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon gebruikt, als de tweede persoon bedoeld wordt. De spreker gebruikt dan dus de ik-vorm in plaats van de jij-vorm. Dit is een gebruikelijke manier om een directe confrontatie uit de weg te gaan. Een andere substitutie die in bepaalde sociale contexten kan voorkomen, is het gebruik van de eerste persoon als de derde persoon bedoeld wordt. Ook bij deze substitutie gebruikt de spreker de ik-vorm terwijl hij of zij het over een derde persoon heeft. Het doel van deze wissel is het uitdrukken van persoonlijke betrokkenheid bij die derde persoon. Een spreker kan ook naar zichzelf refereren door in de tweede persoon te spreken, maar dit is alleen sociaal geaccepteerd binnen een interactie tussen gelijken, als een blijk van solidariteit. Het zou niet gepast zijn voor iemand in een lagere (sociale) positie om naar zichzelf te refereren in de tweede persoon in een gesprek met iemand die een hogere positie bekleedt. Andersom, wanneer de spreker met de hogere positie zo zou spreken tegen iemand met een lagere positie, zou dat kunnen worden opgevat als overdreven vriendelijk. Als de spreker naar zichzelf refereert door de derde persoon te gebruiken, kan dat opgevat worden als een uiting van bescheidenheid. Het kan ook dienen om de indruk van volledige objectiviteit te geven. Ten slotte is het ook mogelijk voor een spreker om over een derde persoon te spreken waar de vorm van de tweede persoon verwacht wordt. Deze substitutie zorgt voor indirectheid en afstand en is meestal afkomstig van een spreker die een hogere positie bekleedt (Obeng, 1997). In het Nederlands kennen wij soortgelijke substituties ook, maar in zeer beperkte mate, denk aan een moeder die tegen haar kind spreekt en naar zichzelf kind refereert in de derde persoon ("mama gaat even jouw schoenen pakken”). |