Syntaxis
De gebruikelijke woordvolgorde is SVO, net als in hoofdzinnen in het Nederlands (Onderwerp - Werkwoord - Lijdend voorwerp).
Er kan extra nadruk op een zinsdeel gelegd worden door dat zinsdeel naar het begin van de zin te halen, of in het geval van een zelfstandig naamwoord, het woord ‘déɛ’ toe te voegen. De bezittelijke functie wordt aangegeven door middel van de woordvolgorde (bezitter – bezit) of door het invoegen van een voorvoegsel. Zulke functiemarkeerders komen overeen in getal en persoon met hun zelfstandige naamwoord. Verder is er een toon die de bezittelijke functie aan kan geven. Ruimtelijke relaties kunnen worden aangegeven door het gebruik van zelfstandig naamwoorden. Het Twi heeft dus geen voorzetsels zoals wij die in het Nederlands wel hebben. |