Syntaxis
Woordvolgorde Kutchi wordt, net als andere Indo-Arische talen, gecategoriseerd als een SOV-taal (Subject-Object-Verb, ofwel Onderwerp-Lijdend of Meewerkend Voorwerp-Werkwoord). Net als bij de andere Indo-Arische talen is deze woordvolgorde vrij flexibel, en de verschillende onderdelen kunnen binnen een zin worden verplaatst. Dit wordt gedaan om verschillende pragmatische doelen te vervullen, zoals het expliciet benoemen van een onderwerp, het duidelijk maken van nieuwe informatie, of de focus ergens op vestigen. Bijvoeglijk naamwoorden en bijzinnen komen vóór de zelfstandig naamwoorden waar ze bij horen. Indirecte objecten komen vóór directe objecten. Ontkenning en vraagwoorden staan vóór het werkwoord. Bijwoorden volgen doorgaans het onderwerp en komen vóór de objecten van het werkwoord. Woordvolgorde Nederlands voorbeeld SOV “Hij haar ziet.” SVO “Hij ziet haar.” Het Kutchi kent geen lidwoorden. Vanwege het ontbreken hiervan, is de bepaaldheid of onbepaaldheid van een zelfstandig naamwoord gebaseerd op context en woordvolgorde. Het woord voor één, ‘hikro’, kan worden gebruikt als een onbepaald lidwoord, wanneer de betekenis overeenkomst met ‘een zekere ...’. |