Transferfouten
Problemen die het gevolg zijn van transfer zijn niet direct een indicatie van een taalontwikkelingsstoornis. Indien de problemen die hieronder beschreven worden langdurig aanhouden, kan dit wel een indicatie zijn van een TOS.
Fonologie Russische woorden zijn opgebouwd rond één beklemtoonde klinker. De andere klinkers in een woord worden gereduceerd. De positie van de klemtoon is per woord verschillend en kan als gevolg van vervoeging verschuiven. Nederlandse woorden hebben een vast klemtoonpatroon afhankelijk van de betekenis van het woord. Bij (de meeste) vervoegingen verandert de plaats van de klemtoon niet. Dit patroon zal door Russische T1-sprekers geleerd moeten worden. In het Russisch komen de klinkers [ᴐ], [Y], [y], [Ø], [ԑi] en [œj] en de medeklinkers [ŋ], [ʋ] en [ɣ] niet voor. Het kan daarom moeilijk zijn deze klanken goed te leren uitspreken wanneer de tweede taalverwerving niet direct vanaf de geboorte start. Een belangrijk fonologisch proces in het Russisch is palatalisatie: het op een zachte manier uitspreken van een medeklinker door de tong naar het verhemelte te plaatsen. Het kan voorkomen dat dit ook bij de Nederlandse medeklinkers wordt toegepast. Aangezien dit in het Nederlands geen betekenisverschillen met zich meebrengt, zal er waarschijnlijk alleen opgemerkt worden dat woorden anders uitgesproken worden. Morfologie Het Russisch heeft een rijkere morfologie dan het Nederlands. Zo maakt het Russisch gebruik van naamvallen en bijbehorende vervoegingen en zijn er ook voor getal en geslacht meerdere morfemen die als suffix aan zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden worden toegevoegd. Het kan verwarrend zijn dat er in het Nederlands niet zo veel mogelijkheden zijn om naamwoorden te vervoegen, maar over het algemeen is het niet problematisch om te leren gaan met minder rijke morfologie. Wat wel problematisch kan zijn, is het lidwoordgebruik in het Nederlands. Het Russisch kent namelijk geen lidwoorden. Het kan daarom voorkomen dat lidwoorden worden weggelaten of dat het verkeerde lidwoord wordt gebruikt. Het gebruik van lidwoorden is afhankelijk van het geslacht van een woord, maar omdat hiervoor in het Nederlands geen duidelijke markering is, is het voor tweede taalleerders lastig om woordgeslachten te leren. In het Nederlands wordt aspect niet op het werkwoord uitgedrukt, maar lexicaal. Imperfectief aspect komt overeen met onvoltooide acties: Ik bedank/Ik bedankte. Perfectief aspect komt overeen met voltooide acties: Ik heb bedankt/Ik had bedankt. Om dit verschil aan te geven wordt het hulpwerkwoord ‘hebben’ gebruikt. Syntaxis De woordvolgorde die het meest voorkomt (SVO) in het Russisch komt overeen met de volgorde van de Nederlandse hoofdzin. Dit zal dus geen problemen opleveren. Omdat het in het Russisch mogelijk is om door middel van vervoegingen aan te geven wat de functie van een woord is, is het mogelijk om van de SVO-volgorde af te wijken. Dit zou overgenomen kunnen worden in het Nederlands en op die manier voor onduidelijkheden kunnen zorgen. Het weglaten van het onderwerp van een zin is in een pro-drop taal zoals het Russisch mogelijk. Te verwachten is dat onderwerpen in het Nederlands ook weggelaten zullen worden. In het Russisch is het ook mogelijk om gebruik te maken van dubbele negatie. Ook hiervoor zal geleerd moeten worden, dat dit in het Nederlands niet mogelijk is. Pragmatiek Alhoewel het Russisch veel beleefdheidsvormen kent, kunnen Russische leerders van het Nederlands toch als onbeleefd overkomen. In het Nederlands is het gebruikelijk om indirecte verzoeken te stellen, terwijl in het Russisch juist directe, gebiedende verzoeken gedaan worden. Nederlandse gebruiken zullen aangeleerd moeten worden. |