Fonologie
Syllaben en klinkers
De fonologie in het Zoeloe wordt gekenmerkt door het gebruik van een aantal simpele klinkers. De meeste lettergrepen eindigen op een klinker. Er wordt geen gebruik gemaakt van consonantclusters, behalve in de combinatie nasale-niet nasale consonant. De meeste syllaben hebben dan ook de volgende structuur: (N)CV. Er zijn 7 klinkers, namelijk: /i/, /e/, /a/, /u/, /o/, /ɛ/ en /ɔ/ (zie Tabel 2). Deze kunnen elk kort of lang van duur zijn. De /e/ en /o/ worden uitgesproken als /e/ en /o/ indien de daarop volgende syllabe een /i/, /a/ of /u/ bevat of als de klinker aan het einde van het woord staat. In de overige gevallen worden deze klinkers uitgesproken als respectievelijk /ɛ/ en /ɔ/, waarbij de betekenis van het woord wel hetzelfde blijft. Tabel 2 Klinkers in het Zoeloe. Bron: http://www.languagesgulper.com/eng/Zulu.html.
Medeklinkers Het Zoeloe heeft een complex systeem van ongeveer 50 medeklinkers met daarin klikletters, ejectieven en implosieven (zie Tabel 3). Net als veel andere talen in Zuid-Afrika is het gebruik van ‘klikletters’ kenmerkend voor het Zoeloe, dit zijn opvallende klikkende geluiden. De medeklinkers ‘C’, ‘Q’ en ‘X’ worden gebruikt voor het weergeven van een klik, die in diverse vormen voorkomen en waarbij de uitspraak van de klinker vervalt: - C (dentale klik) - Q (alveolaire klik) - X (laterale klik) In totaal zijn er ongeveer 15 verschillende klikgeluiden, waardoor het Zoeloe een moeilijk te leren taal is voor niet-moedertaalsprekers. Tabel 3 Medeklinkers in het Zoeloe. Bron: http://www.languagesgulper.com/eng/Zulu.html.
Tonen Net als veel andere Afrikaanse talen is het Zoeloe een toontaal. Dit betekent dat veranderingen in de toonhoogte bij het uitspreken van een woord of lettergreep leiden tot een verschil in de betekenis ervan. Het Zoeloe heeft twee tonen: hoog en laag. Sommige woorden in het Zoeloe worden hetzelfde geschreven, maar hebben door een andere toon niet dezelfde betekenis. Bijvoorbeeld: de woorden voor priester en leraar worden beide geschreven als “umfundisi”, maar worden uitgesproken met een andere toon (“úmfúndisi” voor priester en “úmfundísi” voor leraar). |