Mogelijke vragen aan ouders/tolk
Over het algemeen geldt dat de transparantie van een taalsysteem bepalend is voor hoe gemakkelijk een taal te leren is (MacWhinney, 2005). Het Zoeloe is een taal met een hoge fonologische transparantie in tegenstelling tot bijvoorbeeld het IJslands en het Duits. Dit betekent dat kinderen het taalsysteem van het Zoeloe relatief gemakkelijk zouden moeten verwerven. Wanneer dit niet het geval is en kinderen veel fouten maken in de morfologie en syntaxis, dan duidt dit mogelijk op de aanwezigheid van een specifieke taalstoornis.
Om deze stoornis te kunnen vaststellen, moet er zowel in het Zoeloe als in het Nederlands sprake zijn van een vertraagde en afwijkende taalontwikkeling. Onderstaande vragen zijn bedoeld voor de ouders van het kind en/of de tolk om meer inzicht te verkrijgen met betrekking tot de taalontwikkeling in beide talen. Tot op heden is echter nog weinig taalonderzoek gedaan naar het Zoeloe, meer onderzoek naar taalstoornissen is daarom noodzakelijk om de specifieke elementen van TOS in deze taal beter in kaart te kunnen brengen. Om deze reden zijn er enkel vragen geformuleerd wat betreft algemene TOS-elementen: - Heeft het kind problemen met de productie van bepaalde klanken? - Maakt het kind vaak vereenvoudigingen in de spraak? - Spreekt het kind gedurende langere tijd onverstaanbaar? - Laat het kind klanken of lettergrepen van woorden weg? - Laat het kind vaak lidwoorden weg? - Heeft het kind problemen met het correct vervoegen van werkwoorden in de zin? - Laat het kind vaak hulpwerkwoorden weg in de voltooide tijd? - Zijn de taaluitingen van het kind kort en weinig complex? - Heeft het kind een beperkte woordenschat? - Heeft het kind woordvindingsproblemen? - Heeft het kind moeite met het uitdrukken van communicatieve functies? Bij het beantwoorden van bovenstaande vragen kan gebruik worden gemaakt van dit schema, waarin de universele mijlpalen in de taalverwerving staan beschreven. Op de pagina TOS in het Zoeloe staan enkele voorbeelden van fouten die kinderen met een taalontwikkelingsstoornis maken in het Zoeloe. Met behulp van een tolk kan wellicht worden onderzocht of een kind vergelijkbare fouten maakt. |