Mogelijke vragen aan ouders/tolk
Naast bovengenoemde transferfouten kunnen er door kinderen met TOS die het Fries als moedertaal hebben, andere problemen optreden bij de taalontwikkeling in het Nederlands. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen transferfouten en fouten die te wijten zijn aan een eventuele TOS. Hoewel er nog weinig bekend is over de taalontwikkeling in het Fries, kunnen er aan de tolk of aan de ouders van het kind vragen worden gesteld waardoor een eventuele TOS te achterhalen valt. Hieronder zijn een aantal vragen op een rij gezet. Wanneer deze vragen bevestigend beantwoord kunnen worden, zou er sprake kunnen zijn van een TOS.
- Laat het kind vaak lidwoorden weg in het Nederlands of in het Fries? - Laat het kind vaak het onderwerp in een zin weg (jij/do uitgezonderd)? - Gebruikt het kind vaak infinitieve werkwoorden terwijl er een vervoeging nodig is? - Heeft het kind zwakke communicatieve vaardigheden (weinig oogcontact, korte uitingen etc.)? Op de pagina TOS in het Fries is informatie over en een verwijzing naar de F-TSARP profielkaart te vinden. Dit kan eveneens een nuttig hulpmiddel zijn om een TOS te diagnosticeren. |