TOS in het Fries
De F-TARSP, die hierboven is besproken, geeft niet alleen een inzicht in de taalontwikkeling van normaal ontwikkelende Friese kinderen, hij kan ook gebruikt worden om kinderen met een (eventuele) taalontwikkelingsstoornis te testen. Naar aanleiding van het onderzoek van Dijkstra (2008) zijn de verschillende grammaticale constructies ingedeeld in zeven fases. Er is een profielkaart ontwikkeld waarop de grammaticale constructies per fase vermeld staan (zie: profielkaart van de Fryske Akademy). Als er een vermoeden is dat een bepaald kind een taalontwikkelingsstoornis heeft, kunnen taaluitingen van dit kind vergeleken worden met de informatie op de profielkaart. Voor alle constructies kan geteld worden hoe vaak het kind ze gebruikt. Zo kan vastgesteld worden in welke grammaticale fase het kind zich bevindt. Vervolgens kan dit vergeleken worden met normaal ontwikkelende kinderen van dezelfde leeftijd (door middel van een indicatietabel, zie bijlage 4 in Dijkstra, 2008) en op die manier kan bepaald worden of er inderdaad sprake is van een vertraagde taalontwikkeling. Ook kan met de profielkaart gekeken worden of er gaten zitten in de ontwikkeling van het kind. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat het kind constructies gebruikt uit fase 4 en 5, maar nog niet alle constructies uit fase 3. De verkregen informatie kan gebruikt worden om een gericht behandelplan op te stellen voor het kind. Eventueel kan de test later nogmaals afgenomen worden, om te kijken of er inmiddels al verbetering is opgetreden.
De F-TARSP is minder geschikt voor kinderen die nog in de éénwoordfase zitten. In dat geval kan beter de Lexiconlijst Fries-Nederlands gebruikt worden (ontwikkeld door Lutje Spelberg & Schlichting). De Lexiconlijst Fries-Nederlands is gebaseerd op de Lexilijst Nederlands (Schlichting & Lutje Spelberg, 2002). Op de lijst staan verschillende woorden (en korte zinnetjes) verdeeld over 15 categoriën (zoals kleding, eten en voertuigen). Op de Fries-Nederlandse Lexiconlijst staan zowel Nederlandse als Friese woorden vermeld. Het is de bedoeling dat ouders aankruisen welke woorden hun kind gebruikt. Aan de hand van deze informatie kan bepaald worden of het kind een vertraagde taalontwikkeling heeft in vergelijking met normaal ontwikkelende kinderen. (zie voor meer informatie: lexilijst van Studio Taalwetenschap). Behalve dat de F-TARSP en de Lexiconlijst gebruikt kunnen worden om individuele kinderen te testen en te behandelen, zouden ze ook gebruikt kunnen worden om wetenschappelijk onderzoek te doen naar taalstoornissen in het Fries. Dat zou interessant zijn, want tot nu toe is daar nog nauwelijks iets over bekend. Het zou interessant zijn om te kijken op welke onderdelen van het Fries kinderen met een taalontwikkelingsstoornis problemen hebben en ook om te kijken wat de overeenkomsten en verschillen met het Nederlands zijn. Hopelijk kan deze Wiki in de toekomst op dit punt verder aangevuld worden. |